Vissen hebben ogen die een vaste, niet-dilerende leerling bezitten, zodat ze zich niet kunnen aanpassen aan helderdere of dimmer lichtomstandigheden.
Als gevolg hiervan zullen veel vissen bij het voeden zich verbergen in schaduwrijke dekking, zodat ze kunnen zien en op voedselvissen kunnen zien die in helderder licht passeren.
Een vissenvermogen om een kunstaas te zien wordt bepaald door twee factoren, namelijk de duidelijkheid van het water en de zichtbaarheid ervan. Hoe duidelijk het water, hoe verder een vis een kunstaas kan zien.
De combinatie van deze twee factoren zal invloed hebben op hoe vissen kleur zullen zien en dus uw kunstaas.
Wat vissen betreft, zijn er in de natuur negen basiskleuren die meestal het werk doen. Deze zijn rood, paars, oranje, geel, groen, blauw, zilver, wit en zwart.
Product Specifications
- Kleurselector
- Ontworpen voor zoutwatervissen
- AIDS Selectie